woensdag 21 april 2010
Distrarsi DAL/COL teatro
Deze keer is de tekst (tijdelijk) alleen in het Italiaans. Sorry. Het gaat eigenlijk om theater in het Italiaans. Daarom...
<><><><><>
Fare teatro richiede concentrazione. Bisogna star lì con la testa.
Io mi sono distratto tante volte in passato. Quando avevo vent’anni recitavo in una compagnia teatrale in Italia, compagnia di cui sono stato uno dei fondatori, compagnia che poi è diventata professionale di professionisti.
Distrarsi allora è stato grave. Me ne sono andato stupidamente per un banale litigio. Me ne sono andato perchè non credevo in me stesso come uomo di teatro. Mi sono distratto dal teatro per andar dietro a qualche altra idea di qualche altro balordo. Ora i miei “colleghi” di allora vivono di teatro. Girano il mondo, vanno ai festival di teatro di strada, recitano in diverse produzioni, si occupano di animazione e organizzano seminari.
Dopo più di ventanni ho ricominciato a fare teatro. Qui a Amsterdam. Prima un paio di regie e poi come attore. Inconsapevolmente ho questo bisogno dentro, ho questa urgenza. Il teatro è un’arte completa. Comprende la recitazione, la musica, la coreografia. Si possono inserire video. Poi ci sono i costumi che creano “la moda” di uno spettacolo. Espremersi con l’interpretazione teatrale ci purifica, ci dà introspezione psicologica, sviluppa la capacità di osservazione.
Dopo diverse produzioni in italiano e in olandese, noi di Quelli di Astaroth, siamo ora arrivati al concetto di Teatro da Camera. Stefano Benni ce lo aveva già detto anni fa: “Fatevi il vostro teatro”. E noi l’abbiamo fatto. Intimo, ravvicinato, a tu per tu. Un piccolo teatro che si rifà alla grande tradizione dei piccoli teatri di Amsterdam. Dopodomani va in scena M.E.L.M.A. (Media E La Mia Anima) per la quinta volta al nostro Teatro da Camera a Sint Jansstraat 37. Testi mediatici e musiche. Stavolta non mi distrarrò più dal teatro come feci tanti anni fa. Non (me) lo permetterò. Mi distrarrò invece col teatro.
dinsdag 13 april 2010
Film:"Rosarno. Il tempo delle arance"
“Als je goed nadenkt, zijn we allemaal migranten. Uiteindelijk verplaatsen we ons allemaal: van een land naar een ander land, van een stad naar een andere stad, soms alleen maar van een buurt naar een andere buurt”. Zo citeer ik mijn vriend Juan Tajes aan het begin van dit stukje.
Begin van dit jaar in Rosarno (Calabria) hebben ernstige gevechten plaatsgevonden tussen migranten en de plaatselijke bevolking. Het ging om regelrechte rellen. Nadat er op hen was geschoten en na zware mishandelingen, hebben migranten besloten om in verzet te komen. Elk jaar aan het einde van de sinaasappeloogst zijn er problemen en dit jaar is het helemaal uit de hand gelopen.
Insu tv is snel ter plekke aangekomen en heeft de documentaire gemaakt die we op vrijdag 16 april in Casa di Astaroth, Sint Jansstraat 37 Amsterdam laten zien (www.ondaitaliana.org). We kunnen alleen maar goede dingen vertellen over Insu tv: een veelzijdig en uitgesproken project dat alternatieve tv bevat, media- en informatieve activiteiten en verschillende culturele en artistieke momenten. Dit project is in Napels gesitueerd. Tijdens Radio Onda Italiana voor de uitzending Pitagora van 23 februari heb ik (samen met Nello) Alfonso de Vito live geïnterviewd. Hij is een van de filmmakers van “Il tempo delle arance” voor Insu tv.
De migrantenproblematiek is enorm en in Italië wordt dit dramatisch ingewikkeld. Deze documentaire laat ons een episode zien en geeft een stimulans om na te denken. Daarom is het ook logisch dat de film door een debat wordt gevolgd. Een tip om het onderwerp beter onder de knie te krijgen: kijk naar deze aflevering van de serie “De grenzen van Europa” van Paul Rösenmuller. Het gaat om de migranten die in het zuidelijke eiland Lampedusa aankomen. Een dank aan Elisabetta Materassi die deze film heeft gesignaleerd. http://www.ikonrtv.nl/uitzendingDyn.aspx?lIntType=28&lIntEntityId=467
<><><><><>
“In fondo siamo tutti migranti. Tutti ci spostiamo prima o poi: da un paese all’altro, da una città all’altra, a volte anche solo da un quartiere all’altro”. È con questa citazione del mio amico Juan Tajes che comincio questo articolo.
All’inizio di gennaio di quest’anno a Rosarno, in Calabria, si sono verificati gravi incidenti tra immigrati e popolazione locale. Questa volta però non si è trattato di uno scontro qualsiasi, ma di una vera e propria sommossa degli immigrati che dopo essere stati presi a fucilate e picchiati hanno deciso di ribellarsi. Tutti gli anni alla fine della raccolta delle arance ci sono problemi, ma quest’anno la situazione è sfuggita di mano.
Insu tv è arrivata tempestivamente sul posto e ha fatto il documentario che vi proponiamo venerdì alle 19.30 a Casa di Astaroth, Sint Jansstraat 37 Amsterdam. (www.ondaitaliana.org). Di Insu tv non possiamo che parlar bene: un progetto multiplo e articolato che comprende una televisione alternativa, attività mediatiche e informative e diversi momenti artistici e culturali, il tutto con Napoli come base. A Radio Onda Italiana durante il mio (e di Nello) programma Pitagora del 23 febbraio abbiamo intervistato in diretta Alfonso de Vito, uno dei filmmakers del Tempo delle arance per Insu tv.
La problematica delle migrazioni è enorme e in Italia la sua complessità diventa dramma. Questo documentario ci mostra un episodio, ci dà lo stimolo per una riflessione. Il dibattito che seguirà al film ne è la logica conseguenza. Un consiglio per inquadrare il discorso: guardate questa puntata della serie “De Grenzen van Europa” di Paul Rösenmuller. Si parla di Lampedusa e della Sicilia. Grazie a Elisabetta Materassi per avermelo segnalato.
http://www.ikonrtv.nl/uitzendingDyn.aspx?lIntType=28&lIntEntityId=467
De gastdocent
L'insegnante ospite
Op “Scuola d’Italia” komen er af en toe gastdocenten in de lessen Italiaanse taal. Ze komen een les geven over bijzondere onderwerpen zoals kunst of film(maken).
De gast vertegenwoordigt een afwisseling, een variant op de standaard docent. Een nieuw gezicht en een nieuwe stem in de les. De gast is een didactische verrijking.
Marina is de beste gast ooit. Ze kwam gisteravond voor de groep gevorderden en de groep beginners. Ze vertelde over “echte” Italiaanse producten en in het bijzonder over olijfolie met daarbij een lekkere proeverij...
<><><><><>
A Scuola d’Italia vengono talvolta ospiti in qualità di docenti durante le lezioni di italiano. Parlano di argomenti particolari come l’arte o il cinema.
L’ospite rappresenta un’alternativa, una variante al normale docente: un nuovo volto e una nuova voce nella lezione. L’ospite è un arricchimento didattico.
Marina è l’ospite migliore che si possa desiderare. Ieri sera è venuta per un gruppo di avanzati e uno di principianti. Ci ha parlato di prodotti italiani “autentici” e in particolare dell’olio d’oliva, il tutto seguito da una buona degustazione...
zaterdag 10 april 2010
Solo dell'Arte - Teatro Punto - Comedy Theater in de Nes
Solo dell’Arte, de theatervoorstelling van Teatro Punto met Carlos Garcia Estevez is een mogelijke ontwikkeling van de Italiaanse commedia dell’arte. Het vertegenwoordigt de modernisering hiervan met een sterke link naar de traditie.
De inspiratiebron van Carlos is niet Arlecchino en Pulcinella in dienst van de bourgeoisie en de macht, maar de kunst van de vrije en ongecensureerde komedie uit de periode van voor de Contrareformatie. Toen had dit soort volkstheater nog zijn volledig subversieve karakter.
Het begin van de voorstelling van Carlos wordt dan bijna een presentatie, een les, maar dan wel op een theatrale manier. Zo leert het Nederlandse publiek van Carlos wat eigenlijk de commedia dell’arte is: een volkskunst geboren in de zestiende eeuw op de pleinen en in de straten van Italië. Een komedie met een sterke satirische kracht en dus vol kritiek op de machthebbenden. Het is pas Dario Fo geweest die eeuwen later deze kracht heeft teruggevonden, samen met de idee van de waardigheid van de acteur als beroep.
Tijdens de voorstelling laat Carlos ons nog de maskers zien: Lola en Lolo, Il Capitano, de oude Pantalone. De mimiek en de expressieve kracht van Carlos zijn groot. De personages vertellen hun verhalen vaak op een non-verbale en heel communicatieve manier en met veel humor.
Verder gaat de ontdekking van de (kleine) theaters in Amsterdam gewoon door. Fascinerende theaters met voorstellingen van hoge kwaliteit. Solo dell’Arte was in De Comedy Theater in de Nes. De schoonheid van dit theater bevindt zich in zijn uiterlijk van een variété theater, met de bar in de zaal, de ronde tafeltjes tussen de stoelen, met zijn intieme en een beetje frivole karakter. De vitaliteit van dit soort podiums in Amsterdam is fantastisch. Ondanks het media geweld van de televisie, gaat het Amsterdamse publiek nog steeds naar dit soort theaters. Denk aan Het Parool Theater, De Roode Bioscoop of Het Betty Asfalt Complex. En dus (waarom niet) denk aan het “Teatro da Camera” van Quelli di Astaroth
<><><><><>
Solo dell’Arte, lo spettacolo di Teatro Punto con Carlos Garcia Estevez è un possibile sviluppo della commedia dell’arte italiana. Ne rappresenta la modernizzazione nel rispetto e nella consapevolezza della tradizione.
Carlos si rifà non alla commedia degli Arlecchini e dei Pulcinella accorpati dal potere e dalla borghesia, ma all’arte di fare commedia prima della controriforma cattolica, quando questo tipo di teatro popolare aveva un suo carattere sovversivo.
Così la parte introduttiva dello spettacolo di Carlos diventa una presentazione, quasi una lezione proposta in chiave teatrale. In questo modo il pubblico olandese impara da Carlos cos’è la commedia dell’arte, che nasce come spettacolo popolare nelle piazze e nelle strade italiane nel sedicesimo secolo. Una commedia con una forte carica satirica e quindi di critica al potere. Dobbiamo arrivare a Dario Fo per ritrovare tutto il potenziale di questo modo di fare teatro, compresa l’idea della dignità del mestiere dell’attore.
Nel resto dello spettacolo Carlos ci mostra le maschere, impersonando di volta in volta Lola e Lolo, il Capitano, il vecchio Pantalone. La forza mimica ed espressiva di Carlos è grande. I personaggi raccontano le loro storie affidandosi soprattutto al non verbale e sfruttandone al massimo le possbilità comunicative, sempre con grande umorismo.
E continua la scoperta dei (piccoli) teatri di Amsterdam con tutto il loro fascino e la qualità degli spettacoli che vi si possono vedere. Solo dell’Arte era al Comedy Theater in de Nes, una stradina di Amsterdam con un’alta concentrazione di teatri di qualità. La bellezza di questa sala sta nel suo aspetto di teatro di varietà, con il bar nella sala, i tavolini tra le sedie, il suo carattere intimo e un po’ frivolo. La cosa fantasica è la grande vitalità che ancora hanno questi teatri. Nonostante la violenza mediatica della televisione, il pubblico di Amsterdam frequenta ancora molto queste sale. E allora perchè non ricordare Het Parool Theater o De Roode Bioscoop o Het Betty Asfalt Complex nella lista dei piccoli-grandi teatri? E a questo punto anche il Teatro da Camera di Quelli di Astaroth
De inspiratiebron van Carlos is niet Arlecchino en Pulcinella in dienst van de bourgeoisie en de macht, maar de kunst van de vrije en ongecensureerde komedie uit de periode van voor de Contrareformatie. Toen had dit soort volkstheater nog zijn volledig subversieve karakter.
Het begin van de voorstelling van Carlos wordt dan bijna een presentatie, een les, maar dan wel op een theatrale manier. Zo leert het Nederlandse publiek van Carlos wat eigenlijk de commedia dell’arte is: een volkskunst geboren in de zestiende eeuw op de pleinen en in de straten van Italië. Een komedie met een sterke satirische kracht en dus vol kritiek op de machthebbenden. Het is pas Dario Fo geweest die eeuwen later deze kracht heeft teruggevonden, samen met de idee van de waardigheid van de acteur als beroep.
Tijdens de voorstelling laat Carlos ons nog de maskers zien: Lola en Lolo, Il Capitano, de oude Pantalone. De mimiek en de expressieve kracht van Carlos zijn groot. De personages vertellen hun verhalen vaak op een non-verbale en heel communicatieve manier en met veel humor.
Verder gaat de ontdekking van de (kleine) theaters in Amsterdam gewoon door. Fascinerende theaters met voorstellingen van hoge kwaliteit. Solo dell’Arte was in De Comedy Theater in de Nes. De schoonheid van dit theater bevindt zich in zijn uiterlijk van een variété theater, met de bar in de zaal, de ronde tafeltjes tussen de stoelen, met zijn intieme en een beetje frivole karakter. De vitaliteit van dit soort podiums in Amsterdam is fantastisch. Ondanks het media geweld van de televisie, gaat het Amsterdamse publiek nog steeds naar dit soort theaters. Denk aan Het Parool Theater, De Roode Bioscoop of Het Betty Asfalt Complex. En dus (waarom niet) denk aan het “Teatro da Camera” van Quelli di Astaroth
<><><><><>
Solo dell’Arte, lo spettacolo di Teatro Punto con Carlos Garcia Estevez è un possibile sviluppo della commedia dell’arte italiana. Ne rappresenta la modernizzazione nel rispetto e nella consapevolezza della tradizione.
Carlos si rifà non alla commedia degli Arlecchini e dei Pulcinella accorpati dal potere e dalla borghesia, ma all’arte di fare commedia prima della controriforma cattolica, quando questo tipo di teatro popolare aveva un suo carattere sovversivo.
Così la parte introduttiva dello spettacolo di Carlos diventa una presentazione, quasi una lezione proposta in chiave teatrale. In questo modo il pubblico olandese impara da Carlos cos’è la commedia dell’arte, che nasce come spettacolo popolare nelle piazze e nelle strade italiane nel sedicesimo secolo. Una commedia con una forte carica satirica e quindi di critica al potere. Dobbiamo arrivare a Dario Fo per ritrovare tutto il potenziale di questo modo di fare teatro, compresa l’idea della dignità del mestiere dell’attore.
Nel resto dello spettacolo Carlos ci mostra le maschere, impersonando di volta in volta Lola e Lolo, il Capitano, il vecchio Pantalone. La forza mimica ed espressiva di Carlos è grande. I personaggi raccontano le loro storie affidandosi soprattutto al non verbale e sfruttandone al massimo le possbilità comunicative, sempre con grande umorismo.
E continua la scoperta dei (piccoli) teatri di Amsterdam con tutto il loro fascino e la qualità degli spettacoli che vi si possono vedere. Solo dell’Arte era al Comedy Theater in de Nes, una stradina di Amsterdam con un’alta concentrazione di teatri di qualità. La bellezza di questa sala sta nel suo aspetto di teatro di varietà, con il bar nella sala, i tavolini tra le sedie, il suo carattere intimo e un po’ frivolo. La cosa fantasica è la grande vitalità che ancora hanno questi teatri. Nonostante la violenza mediatica della televisione, il pubblico di Amsterdam frequenta ancora molto queste sale. E allora perchè non ricordare Het Parool Theater o De Roode Bioscoop o Het Betty Asfalt Complex nella lista dei piccoli-grandi teatri? E a questo punto anche il Teatro da Camera di Quelli di Astaroth
dinsdag 6 april 2010
Italiaans geven
Insegnare l'italiano
Lesgeven is een beroep. Italiaanse les geven is een feest en een avontuur. En dan bedoel ik niet Italiaans geven in Italië zelf, nee, ik bedoel in Nederland.
Nederlanders leren graag talen. Uit noodzaak maar vaak ook voor hun eigen plezier. Nieuwsgierigheid naar een andere cultuur. De intellectuele uitdaging. Als het om het leren van het Italiaans gaat, wordt het nog meer dan dit.“Een prachtige, muzikale taal” hoor ik vaak als motivatie van beginners tot gevorderden. En nog: “De taal van La dolce vita...” “Italianen zijn zo open en vriendelijk. Ik wil graag met hen communiceren...” Betere leermotivaties bestaan niet.
Dit maakt mijn werk als docent Italiaans bijna een feest. Mijn cursisten kiezen bewust om mijn lessen te volgen. Leuk, maar ook een grote verantwoordelijkheid. Juist omdat de leerlingen zo gemotiveerd zijn, verdienen ze het beste. En het beste vind je niet in een kant en klaar cursusboek, of in de laatste lesmethode, of in een van de vele “language trends” van het moment.
Ten eerste bestaat een goede les uit goede lesmaterialen.
De cursisten hebben recht op hedendaagse teksten die aansluiten bij hun belangstelling (geen aangepaste teksten!) Dit om hun woordenschat te bouwen. Teksten moeten het werkelijke Italiaans van de Italianen bevatten en niet een voorgekauwde, kunstmatige taal bedacht door een paar taalkundigen en gestopt in een lesboek met plaatjes.
De leerlingen moeten van alles kunnen begrijpen: authentieke taal en niet opnames met onwerkelijke gesprekjes voorgelezen door tweederangs acteurs. Daarom ben ik altijd een voorstander geweest van authentiek audio- en videomateriaal.
De les moet een stimulans zijn, input geven om te praten en om te luisteren. De docent activeert, maar het gaat om de leerling, die moet actief worden.
Ja, dit is een beetje het “manifesto” van de lessen die bij ons op Scuola d’Italia worden gegeven. Volgende week beginnen weer een paar cursussen en het animo zit er weer in! (wordt vervolgt...)
<><><><><>
Insegnare è una professione. Insegnare l’italiano è una festa e un’avventura. E non sto parlando di insegnare italiano in Italia, no, sto dicendo insegnarlo in Olanda.
Gli olandesi imparano volentieri le lingue. Per necessità ma spesso anche per il proprio piacere personale. La curiosità per un’altra cultura. La sfida intellettuale dell’imparare. Se poi si tratta di imparare l’italiano, è ancor più di questo.
“Una lingua meravigliosa e musicale” mi viene spesso detto come motivazione dai principianti fino agli avanzati. E ancora: “La lingua de La dolce vita” “Gli italiani sono così aperti e cordiali. Desidero comunicare con loro”. Non esistono motivazioni all’apprendimento migliori di queste.
Tutto questo rende il mio lavoro di docente d’italiano quasi una festa. Per i corsisti seguire le mie lezioni è una scelta consapevole. Una cosa bellissima, ma anche una grande responsabilità. Siccome per l’appunto i corsisti sono così motivati, si meritano il meglio. E il meglio non si trova nei libri per lo studente pronti per l’uso, o nell’ultima novità metodologica, o in uno dei tanti trend linguistici del momento.
Innanzitutto una buona lezione si costruisce con materiali didattici di qualità.
I corsisti hanno diritto a testi contemporanei e adatti (non adattati!) ai loro interessi. Dai testi si attinge il lessico quindi questi devono rappresentare l’italiano “reale” degli italiani e non una lingua predigerita e artificiale, pensata a tavolino da un paio di linguisti e ficcata in un qualche libro dello studente con tante belle figure.
Gli studenti devono essere in grado di comprendere ogni genere di lingua parlata: lingua autentica e non registrazioni di conversazioni irreali lette da attori di seconda categoria. Non a caso sono sempre stato un sostenitore dell’uso di materiale audio e video autentico.
La lezione deve essere uno stimolo, deve fornire l’imput per parlare e ascoltare. L’insegnante deve attivare, ma è lo studente ad essere al centro. È lui o lei che deve dunque farsi attivo.
Ecco, questo è un po’ il “manifesto didattico” delle nostre lezioni a Scuola d’Italia. La settimana prossima cominciano alcuni nuovi corsi. E intanto si va avanti... (Continua alla prossima puntata...)
maandag 5 april 2010
De Amerikaan uit Minnesota
L'americano dal Minnesota
De Amerikaan uit Minnesota ziet er geweldig uit. Een keer per maand een dag in Amsterdam, want hij werkt voor een luchtvaartmaatschappij. Hij is positief, optimistisch en glimlacht met die prachtige "smile" (compulsory smile?) die alleen Amerikanen hebben.
Hij vertelt over Italië. Rome is prachtig. Het is daar een plezier om in een café te zitten om al die elegante Italianen te observeren. In Milaan kent hij een restaurant waar je heel lekker kan eten. Een dinertje kost € 300, maar het is de moeite waard. In de platenzaak heeft hij een cd van Eros Ramazzotti gekocht. Hij vindt zijn stem bijzonder en zijn liedjes heel mooi.
Ik wilde ook positief en optimistisch zijn en vooral wilde ik hem niet teleurstellen. Maar Ramazzotti... nee, dit is echt niet het soort Italiaanse muziek die mensen tijdens mijn uitzendingen van Radio Onda Italiana kunnen horen. En de Italiaanse keuken? Alsjeblieft, de Italiaanse keuken is lekker, maar al dat snobisme... je hoeft echt niet € 300 uit te geven voor een fatsoenlijke Italiaanse maaltijd.
Maar hier staat echt de kern van het probleem: een ander Italië te laten zien. En een andere Italiaanse cultuur. Een Italië die meer is dan (klassieke) oudheid, romantische liedjes en eten voor snobs. Kortom een Italië dat niet in de stereotype valt.
Een beetje het Italië van Quelli di Astaroth.
<><><><><>
L'americano dal Minnesota si presenta proprio bene. È ad Amsterdam una volta alla settimana perché lavora per una compagnia aerea. È un tipo positivo, ottimista e sorride con quello "smile" (a comando?) che solo gli americani hanno.
Mi parla dell'Italia. Roma è fantastica. È un piacere starsene seduti in un caffè di questa città semplicemente ad osservare tutti quegli eleganti italiani. A Milano conosce un ristorante dove si mangia benissimo. Una cenetta costa € 300, ma ne vale la pena. Al negozio di dischi ha comprato un cd di Eros Ramazzotti. Trova che abbia una voce particolare e che le sue canzoni siano molto belle.
Anch'io volevo mostrarmi positivo ed ottimista e soprattutto non volevo deluderlo. Ma Ramazzotti... no, davvero non è questo il tipo di musica che si può ascoltare durante le mie trasmissioni di Radio Onda Italiana. E la cucina italiana? Sì, è buona, ma per favore, basta con tutto questo snobbismo... non è davvero necessario spendere € 300 per un pasto decente.
E qui sta proprio il nucleo del problema: mostrare un'Italia diversa con una diversa cultura. Un'Italia che sia più di antichità (classica), canzonette romantiche e cibi per snob. In breve un'Italia che non cada nello stereotipo.
Un po' l'Italia di Quelli di Astaroth.
Hij vertelt over Italië. Rome is prachtig. Het is daar een plezier om in een café te zitten om al die elegante Italianen te observeren. In Milaan kent hij een restaurant waar je heel lekker kan eten. Een dinertje kost € 300, maar het is de moeite waard. In de platenzaak heeft hij een cd van Eros Ramazzotti gekocht. Hij vindt zijn stem bijzonder en zijn liedjes heel mooi.
Ik wilde ook positief en optimistisch zijn en vooral wilde ik hem niet teleurstellen. Maar Ramazzotti... nee, dit is echt niet het soort Italiaanse muziek die mensen tijdens mijn uitzendingen van Radio Onda Italiana kunnen horen. En de Italiaanse keuken? Alsjeblieft, de Italiaanse keuken is lekker, maar al dat snobisme... je hoeft echt niet € 300 uit te geven voor een fatsoenlijke Italiaanse maaltijd.
Maar hier staat echt de kern van het probleem: een ander Italië te laten zien. En een andere Italiaanse cultuur. Een Italië die meer is dan (klassieke) oudheid, romantische liedjes en eten voor snobs. Kortom een Italië dat niet in de stereotype valt.
Een beetje het Italië van Quelli di Astaroth.
<><><><><>
L'americano dal Minnesota si presenta proprio bene. È ad Amsterdam una volta alla settimana perché lavora per una compagnia aerea. È un tipo positivo, ottimista e sorride con quello "smile" (a comando?) che solo gli americani hanno.
Mi parla dell'Italia. Roma è fantastica. È un piacere starsene seduti in un caffè di questa città semplicemente ad osservare tutti quegli eleganti italiani. A Milano conosce un ristorante dove si mangia benissimo. Una cenetta costa € 300, ma ne vale la pena. Al negozio di dischi ha comprato un cd di Eros Ramazzotti. Trova che abbia una voce particolare e che le sue canzoni siano molto belle.
Anch'io volevo mostrarmi positivo ed ottimista e soprattutto non volevo deluderlo. Ma Ramazzotti... no, davvero non è questo il tipo di musica che si può ascoltare durante le mie trasmissioni di Radio Onda Italiana. E la cucina italiana? Sì, è buona, ma per favore, basta con tutto questo snobbismo... non è davvero necessario spendere € 300 per un pasto decente.
E qui sta proprio il nucleo del problema: mostrare un'Italia diversa con una diversa cultura. Un'Italia che sia più di antichità (classica), canzonette romantiche e cibi per snob. In breve un'Italia che non cada nello stereotipo.
Un po' l'Italia di Quelli di Astaroth.
vrijdag 2 april 2010
Het verhoogte podium
Il palchetto rialzato
Het podium van onze "Teatro da Camera" was te laag. Het publiek kon sommige scenes van M.E.L.M.A. niet goed zien. Een paar dagen geleden hebben we eraan gewerkt. Ik en Barbara. En Lucasz die het zware werk heeft uitgevoerd. Niet dat ik daar zin in had, in tegendeel. Maar het moest.
Plan A was eigenlijk heel simpel: 3 of 4 pallets onder het podium zetten en klaar is Kees. Mooi niet. De pallets waren niet van dezelfde hoogte en niet stabiel.
Plan B: houten planken (op straat bij bouwplaatsen) zoeken om ze vervolgens onder het podium te zetten. Makkelijker gezegd dan gedaan.
Plan C: echte pootjes (gratis van onze geliefde timmerman) onder het oude podium zetten met een goed gekocht houten paneel onder alles voor de stabiliteit. Kortom: het werk gedaan zoals het hoort.
Dit heeft ons geld (voor het paneel) en de rest van de dag gekost (al meer dan 2 uur tijd weggegooid bij plan A en B) maar het resultaat is nu de moeite waard.
Aan de andere kant, kan je het ook zo bekijken: we zijn bij plan C gebleven zonder naar plan Z te hoeven gaan (daar was Marina bang voor).
Nu met het verhoogde podium is onze "Kamertheater" eigen bijna perfect. Een extra lamp zou ook goed zijn, maar we zijn geen mensen van overbodige luxe. Het beste blijft de magie van wat we hebben gedaan: een niet te groot lokaal omgetoverd in en theater: "Teatro da Camera" inderdaad.
Op 23 april vindt er de voorstelling M.E.L.M.A. voor de 5e keer plaats.
Verder zijn we al bezig met nieuwe theatrale avonturen met muziek, teksten en misschien Otello en Desdemona.
En bedankt aan Lucasz: hij is Pool, heeft hard gewerkt voor een podium voor Italiaans theater en voor lunch heeft hij nasi goreng vegetarisch op z'n Chinees gehad. Ook dit is Amsterdam.
<><><><><>
Il palchetto del nostro "Teatro da Camera" era troppo basso. Il pubblico non riusciva a vedere bene alcune scene di M.E.L.M.A. Un paio di giorni fa ci siamo messi con l'idea di ovviare all'inconveniente. Io e Barbara. E Lucasz che ha poi fatto il vero lavoro, quello pesante. Non che io avessi voglia di mettermi dietro a sta cosa, al contrario. Ma era necessario.
Il piano A era in realtà molto semplice: mettere 2 o 3 pedane di legno, quelle da sottocarico, sotto il palco e così problema risolto. Neanche per sogno. Le pedane erano di altezze diverse e per di più instabili.
Piano B: cercare assi di legno (raccattate dai vari cantieri del quartiere) da mettere sotto al palchetto. Più facile a dirsi che a farsi.
Piano C: mettere veri e propri paletti (gratis dai nostri amati falegnami personali) sotto il palco fermando il tutto con un pannello di legno comprato su misura. In breve: il lavoro fatto come va fatto.
Il tutto ci è costato soldi (per il pannello) e il resto della giornata (oltre alle 2 ore abbondanti già buttate via per i piani A e B) ma ne è valsa la pena.
D'altra parte, se vogliamo essere ottimisti possiamo anche dire che poteva andarci peggio visto che siamo arrivati al piano C e non al piano Z (cosa che Marina temeva).
Ora con il palchetto rialzato il nostro "Teatro da Camera" è praticamente perfetto. Un faro in più non guasterebbe, ma noi non siamo tipi da lussi superflui. Rimane comunque la magia di quello che siamo riusciti a realizzare: trasformare una stanza neanche tanto grande in un teatro: il "Teatro da Camera" per l'appunto.
Il 23 aprile ci sarà la quinta replica del nostro spettacolo M.E.L.M.A.
Inoltre siamo già impeganti con le future avventure teatrali con musica, testi e mafari anche Otello e Desdemona.
E grazie a Lucasz: un polacco che ha lavorato sodo per un palco per il testro italiano e che per pranzo si è mangiato un nasi goreng alla cinese. Anche questa è Amsterdam.
Plan A was eigenlijk heel simpel: 3 of 4 pallets onder het podium zetten en klaar is Kees. Mooi niet. De pallets waren niet van dezelfde hoogte en niet stabiel.
Plan B: houten planken (op straat bij bouwplaatsen) zoeken om ze vervolgens onder het podium te zetten. Makkelijker gezegd dan gedaan.
Plan C: echte pootjes (gratis van onze geliefde timmerman) onder het oude podium zetten met een goed gekocht houten paneel onder alles voor de stabiliteit. Kortom: het werk gedaan zoals het hoort.
Dit heeft ons geld (voor het paneel) en de rest van de dag gekost (al meer dan 2 uur tijd weggegooid bij plan A en B) maar het resultaat is nu de moeite waard.
Aan de andere kant, kan je het ook zo bekijken: we zijn bij plan C gebleven zonder naar plan Z te hoeven gaan (daar was Marina bang voor).
Nu met het verhoogde podium is onze "Kamertheater" eigen bijna perfect. Een extra lamp zou ook goed zijn, maar we zijn geen mensen van overbodige luxe. Het beste blijft de magie van wat we hebben gedaan: een niet te groot lokaal omgetoverd in en theater: "Teatro da Camera" inderdaad.
Op 23 april vindt er de voorstelling M.E.L.M.A. voor de 5e keer plaats.
Verder zijn we al bezig met nieuwe theatrale avonturen met muziek, teksten en misschien Otello en Desdemona.
En bedankt aan Lucasz: hij is Pool, heeft hard gewerkt voor een podium voor Italiaans theater en voor lunch heeft hij nasi goreng vegetarisch op z'n Chinees gehad. Ook dit is Amsterdam.
<><><><><>
Il palchetto del nostro "Teatro da Camera" era troppo basso. Il pubblico non riusciva a vedere bene alcune scene di M.E.L.M.A. Un paio di giorni fa ci siamo messi con l'idea di ovviare all'inconveniente. Io e Barbara. E Lucasz che ha poi fatto il vero lavoro, quello pesante. Non che io avessi voglia di mettermi dietro a sta cosa, al contrario. Ma era necessario.
Il piano A era in realtà molto semplice: mettere 2 o 3 pedane di legno, quelle da sottocarico, sotto il palco e così problema risolto. Neanche per sogno. Le pedane erano di altezze diverse e per di più instabili.
Piano B: cercare assi di legno (raccattate dai vari cantieri del quartiere) da mettere sotto al palchetto. Più facile a dirsi che a farsi.
Piano C: mettere veri e propri paletti (gratis dai nostri amati falegnami personali) sotto il palco fermando il tutto con un pannello di legno comprato su misura. In breve: il lavoro fatto come va fatto.
Il tutto ci è costato soldi (per il pannello) e il resto della giornata (oltre alle 2 ore abbondanti già buttate via per i piani A e B) ma ne è valsa la pena.
D'altra parte, se vogliamo essere ottimisti possiamo anche dire che poteva andarci peggio visto che siamo arrivati al piano C e non al piano Z (cosa che Marina temeva).
Ora con il palchetto rialzato il nostro "Teatro da Camera" è praticamente perfetto. Un faro in più non guasterebbe, ma noi non siamo tipi da lussi superflui. Rimane comunque la magia di quello che siamo riusciti a realizzare: trasformare una stanza neanche tanto grande in un teatro: il "Teatro da Camera" per l'appunto.
Il 23 aprile ci sarà la quinta replica del nostro spettacolo M.E.L.M.A.
Inoltre siamo già impeganti con le future avventure teatrali con musica, testi e mafari anche Otello e Desdemona.
E grazie a Lucasz: un polacco che ha lavorato sodo per un palco per il testro italiano e che per pranzo si è mangiato un nasi goreng alla cinese. Anche questa è Amsterdam.