Nat. Vochtig. Doordrenkt. In juli begon het te regenen. Nu, eind augustus, regent het nog steeds.
But shall we talk about the weather?
Meer dan het slechte weer is economie een belangrijker kenmerk van de zomer van 2011. Ja, economie, financiën, banken, financiële instellingen, beurzen wereldwijd.
Weet je nog? Eigenlijk is het in juni met de Euro begonnen. Het was de schuld van de Grieken, ja letterlijk, want Griekenland is miljarden schuldig. Aan wie? Dat is niet zo duidelijk. Aan Europa, aan de banken, aan de Europese multinationals? Zo plotseling was er sprake van Eurocrisis. Net zo plotseling en onverwacht als de kreditcrisis van 2008, ontstaan uit “the subprime mortages” in Amerika. En zo in de loop van de zomer heeft de Eurocrisis zich verspreid naar Spanje en Italië met Portugal, Ierland en zelfs het trotse Frankrijk als mogelijke (enige?) risicolanden. "Onze" media praten veel, heel veel over de crisis, maar eigenlijk zwijgen ze. Ze vertellen ons niet hoe het mogelijk is dat Griekenland en andere landen zulke hoge schulden hebben kunnen opbouwen. Wie is in die landen verantwoordelijk voor deze schulden? De politici? Of zijn de Grieken gewoon lui en betalen ze geen belastingen zoals het door “onze” media wordt beweerd? En wisten de Grieken, de Griekse bevolking wat er aan de hand was met de nationale schuld van hun land?
En even belangrijk: wie heeft het geld aan Griekenland geleend? Wisten ze dat de Griekse Staat niet in staat was om dat geld terug te betalen? En onder welke voorwaarden is dat geld geleend? Vragen waar “onze” media geen antwoord op geven…
De beurzen. Ook crisis. En speculatie, veel speculatie. De hele zomer ook slecht weer in Wall Street en in the City en in de AEX index. Maar wat betekent dat? Wie zijn de mensen achter dit beursklimaat? Wie zijn de aandeelhouders die bepalen of een koerst stijgt of keldert? En vooral: waarom moeten we bang zijn voor hun beurshandelingen? Waarom moeten burgers wereldwijd de gevolgen betalen van de speculaties van investeerders? Waarom is er geen geld meer voor cultuur, onderwijs, volksgezondheid en openbaar vervoer terwijl een kaste van speculanten met miljarden op de beursvloer staat te spelen? De kloof tussen de reële en de virtuele economie is zo groot geworden dat bedrijven die winstgevend zijn, toch bang zijn voor hun aandeelhouders. Aandeelhouders die in feite het beleid van het bedrijf bepalen, niet aan de hand van de productkwaliteit of het goed draaien van het bedrijf zelf, maar puur volgens de hoeveelheid geld dat ze, de aandeelhouders, in hun zak kunnen steken.
Zo kon het gebeuren dat een minderheid van hebberige mensen met veel geld de zomer van 2011 kon verpesten. Omdat ze nog meer geld wilden voor zichzelf ten koste van Staat en samenleving. Sterker nog, met de goedkeuring van de Staat (d.m.v. zijn politici) en van de neoliberalen medemens in onze maatschappij. Diezelfde medemens die dagelijks door het neoliberalisme genaaid wordt, die zijn sociale voorzieningen steeds meer ziet afbouwen en die uiteindelijk wordt ontslagen zodat de aandeelhouders meer winst kunnen maken, meer dividenden kunnen krijgen.
En nu een beetje verplichte literatuur: een mooie documentaire over de crisis in Griekenland is “Debtocracy”. Het staat gewoon op You Tube via deze link. Debtocracy geeft mogelijke antwoorden aan sommigen van de vragen die ik hier heb gesteld. Nog een interessante film over de macht van bedrijven op de maatschappij is “The Corporation” van Mark Achbar en Jennifer Abbott, o.a. vertoond tijdens de IDFA van een paar jaar geleden.
<><><><><><>
2011. Dus een zomer om te vergeten? Ja, een beetje wel. In het Italiaanse ijssalon waar we vaak een ijsje gaan eten, werkte vorig jaar een Poolse jongeman. Ja, een Pool in een Italiaanse zaak, wat is het probleem? Aardig, lief, vrolijk, glimlachend, zo was hij. We waren altijd blij om hem te zien. Hij was blijkbaar ook blij om ons te zien. Hij deed altijd een praatje met ons, een beetje in het Engels, een beetje in het Nederlands. Maar eigenlijk was hij aardig met iedereen. Hij had niet de leukste baan van de wereld en daar werd hij zeker niet rijk mee. Maar hij deed wat hij deed zonder problemen, zonder complicaties, met respect voor zijn werk en zijn werkomgeving. Met respect voor zichzelf en voor iedereen.
Zo’n houding zou normaal moeten zijn, maar in de praktijk zie je alleen maar arrogante mensen, verwende kinderen en mensen die denken te goed te zijn. Terwijl deze maatschappij juist mensen nodig heeft met de houding van onze Poolse ijsverkoper. We noemde hem De Vlassige Pool. Zijn haar, zijn uiterlijk was gewoon… zo vlassig!
Maar dit hele verhaal heeft zich in de zomer van vorig jaar afgespeeld. In de zomer van 2011 was onze Vlassige Pool gewoon weg van de ijssalon. We missen hem…
Maar zelfs in de zomer van 2011 zijn er lichtpunten. Hedda Gabler van Ibsen boekt nog steeds volle zalen in de Stadsschouwburg van Amsterdam. We hebben de voorstelling gezien. Onvergetelijk. En ook een teken dat mensen naar het theater gaan en niet thuis zitten televisie te kijken.
En als De Vlassige Pool weg is, is er gelukkig een nieuwe ster aan het firmament van de leuke, broodnodige mensen.
De Bulgaarse Ober van het Thaise restaurant waar we vaak lekker eten voor een redelijke prijs. Ja, een Bulgaar in een Thaise zaak, wat is het probleem?
Hij heeft dezelfde kwaliteiten als zijn Poolse collega van de ijssalon. Dus we hopen dat dit soort mensen blijven bestaan en dat ze zelfs meer worden, elke zomer weer. En als dit soort mensen niet meer in Nederland te vinden zijn, laat ze dan maar vanuit Oost-Europa komen of een ander deel van de wereld. Wat is het probleem?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten