In Nederland komen wonen: dat voelde niet echt als
‘migreren’. Toen ik in 1985 besloot dat Amsterdam mijn stad zal worden, was het
voor mij het begin van een fantastisch avontuur. Natuurlijk moesten de nodige
problemen opgelost worden: werk en bevolkingsregister, nieuwe bankrekening en
die rare Nederlandse taal. ‘Cultural shock’ dan? Nou, dat viel mee. Ja, het
weer en het eten zijn anders dan in Italië. Omgaan met mensen is ook anders,
net als ‘normen en waarden’ zo’n beetje. Maar deze verschillen waren juist de
ingrediënten voor mijn avontuur. Als alles hetzelfde zou zijn als in Italië,
waar blijft de spanning?
Natuurlijk was ik toen (en ben nog steeds) een migrant
met al de voor- en nadelen van deze status, maar ik beschouwde me niet echt als
migrant. Die waren voor mij al die miljoenen Italianen die naar Amerika waren
gegaan op zoek naar een beter leven of naar Noordwest Europa als contractarbeiders.
Nee, ik was anders. Ik ben niet naar Nederland gekomen op zoek naar werk of
betere economische omstandigheden. Ik kwam naar
Nederland omdat ik het zelf wilde. En aan de andere kant bestond in die
tijd studeren of stage lopen in een ander EU land ook niet en de term ‘ex-pats’
moest nog uitgevonden worden.
Mijn generatie migranten hoort tot de eerste groep Europeanen die zich binnen de grenzen van
Europa vrij kon bewegen. ‘The Maastricht Treaty’ werd wat later, in
1992, ondertekend, maar de voorbereidingen waren al in de jaren 80 in volle
gang. Reizen door Europa, zelfs door de toen kleinerzijnde “Europese
Gemeenschap” was begin jaren 80 nog een ingewikkelde zaak. Tussen de Europese
landen had je nog ‘echte’ grenzen met douane en douaniers, inspecties,
controles met de bijhorende onaangename sfeer. Je moest ook geld wisselen. Van Italië
naar Nederland met de trein (vliegen deed je niet, het was te duur) moest je
Zwitserse Franken hebben, Deutsche Marken en uiteindelijk Nederlandse Guldens.
Wonen en werken in Nederland? Het mocht, maar je had veel regels,
verblijfvergunningen uitsluitend gebaseerd op werk en inkomen en nog talloze
narigheden bij de vreemdelingenpolitie.
Ik heb het geluk gehad om de verandering te zien
gebeuren. Ik heb het verschil tussen toen en nu meegemaakt. Binnen een korte
tijd vielen de grenzen weg. En met de grenzen alle narigheden. Al eind jaren
tachtig werd wonen en werken als Europeaan binnen de EU makkelijk, aangenaam inspirerend.
Europa liet zien dat er kansen waren voor haar burgers, de grenzen waren open
en de horizon breder.
Tot die migratie hoor ik dus. De migranten die als eerste
de vruchten van het nieuwe open Europa voor de burgers mochten plukken. In
Amsterdam komen wonen midden jaren 80 was spannend, avontuurlijk, inspirerend.
En plotseling was het makkelijk, tenminste qua bureaucratie. Het mocht, het was
je recht en de Europese Unie stond er garant voor. Ik maakte toen deel uit van de
eerste groep Italianen die uit hun eigen vrije keuze
heeft besloten om in een buitenland te wonen en te werken. En je voelde je
welkom. Je was een verrijking voor Nederland.
Ik heb ook meteen werk gevonden. Ik hoefde niet in een
Italiaans restaurant te werken (heb ik ook even gedaan) maar ik mocht al snel
telefonische interviews maken voor een marktonderzoekbureau met een Italiaanse,
Franse, Duitse en Engelse afdeling. Geen ‘manager work’, dat niet, maar wel een
normaal betaalde baan in een Europese omgeving. Ik kan me de sfeer op de
werkvloer nog goed herinneren. We waren allemaal de Nieuwe
Europeanen van een grenzeloos Europa waar alle muren vielen, inclusief
die van Berlijn. Je voelde je vrij en welkom. Europa was voor ons en van ons:
de gewone mensen. We geloofden erin. Naïef? Stom?
Veel van de collega’s van toen, van die Nieuwe Europeanen,
ken ik nog steeds, zeker van de Italiaanse afdeling. Ze zijn in Nederland blijven
wonen. Het grenzeloze Europa is goed voor ons allemaal geweest. Na onze
migratie kwamen natuurlijk veel meer Nieuwe Europeanen naar Nederland. En niet
alleen daareen: ze gingen naar Berlijn, Londen, Barcelona, Parijs, Praag en
zelfs Boekarest om te werken, studeren of stage te lopen. Maar ook net als ik
en als alle Nieuwe Europeanen uit de jaren tachtig, omdat ze dat zelf wilden,
voor het avontuur van het leven in een nieuwe omgeving. Een goede vriendin van
mij (die zich trouwens bezig houdt met het fenomeen migratie, zie www.1001italianen.nl), zei ooit: die
Nieuwe Europeanen waren ‘culturele migranten’.
Ja, en ik voeg eraan toe: ‘Je hoeft niet dood te gaan
op de zelfde plek waar je geboren bent’. That’s the spirit, dit was de
simpele maar krachtige ideologie erachter. We wilden erin geloven.
En nu? Europa is niet meer hetzelfde van toen. Europa
laat nu zijn lelijkste gezicht zien. Europa is alleen nog goed voor de grote
jongens en de snelle jongens. Europa is voor het grote geld en de grote
bedrijven, voor de banken en de financiële instellingen die nu grenzeloos en op
een dubieuze manier kunnen investeren. Europa is gelijk aan ‘corporate’ die in
alle uithoeken van de EU de goedkoopste werkers zoekt om maximale winst voor
zijn manager elite te halen. Europa voor de burgers? Schei uit! Niet alle Europese
burgers zijn gelijk, in tegendeel. Er zijn grote verschillen tussen rijken en
armen, burgers die zich vrij mogen bewegen en andere weer niet. En dan zijn
Polen, Roemenië en Bulgarije met open armen binnen de EU gelaten, maar niet voor
hun gewone mensen, nee, alleen zodat bedrijven en banken in die landen konden investeren
en nieuwe (arbeids)markten konden vinden. Toen de PVV een paar maanden geleden
de site ‘meldpunt overlast Midden- en Oosteuropeanen (MOE-landers)’ opende is
er een dieptepunt bereikt in de ‘Nederlandse beschaving’.
Populisme, leugens en
geldmacht regeren tegenwoordig binnen
Europa. Open discriminatie tussen West- en Oost- Europeanen en ook nog
tussen Noord- en Zuid- Europeanen is aan de orde van de dag, niet alleen op
straat maar ook binnen de gevestigde media en politiek. Ik ben blij dat mijn
Europa van de Nieuwe Europeanen van toen anders was, dat we toen niet moesten
meemaken wat deze nieuwe Europese migranten meemaken, dat die discriminatie van
nu ons werd bespaard. Pijn en woede zijn mijn huidige reacties op dit zinloze,
blinde en alleen voor de rijken open Europa.
Dit accepteer ik niet meer. Ik wil dat mijn verhaal en
van mijn mede-migranten Nieuwe Europeanen uit de jaren tachtig nu gehoord
wordt. Ik wil dat dit een voorbeeld wordt voor het lelijke Europa van nu. Ik
was toen een beetje ‘Il ragazzo dell’Europa’ en
ik wil dat alle Europese migranten van alle tijden het ook zijn.
Tu che guardi verso di me
hai visto i tori nel sonno
ed hai lasciato Madrid
stai nei miei occhi
e racconti le sirene
e gli inganni del tuo sogno che va
tu ragazzo dell'Europa
tu non perdi mai la strada
tu che prendi a calci la notte
bevi fiumi di vodka
e poi ti infili i miei jeans
tu cominci sempre qualcosa
e mi lasci sospesa
e non parli di te
tu ragazzo dell'Europa
tu col cuore fuori strada
tu che fai l'amore selvaggio
trovi sempre un passagio
per andare più in là
viaggi con quell'aria precaria
sembri quasi un poeta
dentro ai tuoi bouleavard
tu ragazzo dell'Europa
porti in giro la fortuna
tu che incontri tutti per
caso
non ritorni a Varsavia
per non fare il soldato
ora vivi in mezzo a una sfida
per le vie di Colonia
e non sai dove andrai
tu ragazzo dell'Europa
tu non pianti mai bandiera
tu ragazzo dell'Europa
tu ragazzo dell'Europa
tu non pianti mai bandiera
tu ragazzo dell'Europa
tu non pianti mai bandiera